Hoofdstuk 7
Joseph Cuypers heeft een omvangrijk oeuvre aan kerken en kapellen nagelaten waarvan het overgrote deel nog bestaat. In dit onderzoek naar de waardering voor het kerkelijk werk van Joseph Cuypers wordt nagegaan:
- hoe de recensies tijdens de bouw, na de ingebruikname en bij jubilea waren in kranten
- wat tijdgenoten van die kerken vonden in tijdschriftartikelen
- welke waardering die kerken kregen in boeken over onder meer kerkelijke bouwkunst
- op welke wijze de kerken de laatste vijftig jaar werden gewaardeerd bij Rijk en gemeenten in monumentenbeschrijvingen
Door deze aanpak ontstaat een chronologisch beeld van de waardering gedurende en na zijn leven. Recensies werden immers vaak tijdens de bouw of vrij snel erna geschreven en tijdschriftartikelen verschenen in de jaren na de bouw. Boeken verschenen zowel tijdens zijn leven als in de periode daarna en monumentenbeschrijvingen van zijn kerken kwamen voornamelijk sinds 1980 tot stand in het kader van uiteenlopende beschermingsrondes voor de aanwijzing van monumenten.
Uitgangspunt van het onderzoek is: “Wie, wat, hoe, waarom”. Dus wie schreef de recensie, wat werd er geschreven, hoe werd het geschreven en waarom? Dit uitgangspunt is van toepassing voor de onderzoeken naar recensies, artikelen en boeken. Bij monumentenbeschrijvingen is dat meer algemeen in te vullen, omdat die, afhankelijk van de periode, door één instantie en met één doel werden opgesteld. Om eventuele verschuivingen in de periode 1885-2020 waar te nemen zijn de resultaten zoveel mogelijk chronologisch geordend.