Hoofdstuk 5

Een onderzoeker naar de kerken van Joseph Cuypers hoeft zich niet te beperken tot een studie van de gerealiseerde gebouwen. Door het systematisch archiveren van niet alleen de definitieve ontwerpen, maar in veel gevallen ook alle schetsen en tekeningen die daaraan voorafgingen, krijgt hij zicht op het hele proces dat de architect hanteerde. Van vrijwel alle kerken zijn in het Cuypersarchief van Het Nieuwe Instituut tekeningen bewaard gebleven. Al vanaf zijn eerste zelfstandig ontworpen kerk, die van de H. Urbanus in Nes aan de Amstel, wordt zichtbaar dat de bouwmeester niet ineens tot een voorstadium van het definitief ontwerp kwam, maar diverse andere plattegronden en geveltekeningen nodig had om daarop uit te komen. Helaas zijn niet bij alle kerken die voorstadia bewaard, zodat het bij een aantal onduidelijk blijft hoe het proces is verlopen. Maar het aantal waar eerste tekeningen of schetsen wel van bewaard zijn is groot genoeg voor acht case studies, een voldoende aantal om conclusies te kunnen trekken over zijn werkwijze in het algemeen.

Dit onderzoek moet een antwoord geven op de vraag hoe ontwerpprocessen verliepen en welke waardering dat proces van zijn opdrachtgevers kreeg. De beschikbare tekeningen zeggen veel over het doorlopen proces, maar niets over de factoren die aanleiding gaven van de eerste schetsen af te wijken, laat staan over de waardering die opdrachtgevers voor zo’n proces hadden. Doorliep Joseph Cuypers zonder hun betrokkenheid het ontwerpproces? Of bleef het een interne aangelegenheid tot hij een verdere uitwerking had verkregen? Om daar mee over te weten is inzage in de correspondentie tussen opdrachtgever en architect een mogelijk bron. Vervelend genoeg zijn die documenten maar bij enkele kerken in het Cuypersarchief terecht gekomen, zodat in de meeste gevallen ook onderzoek in het parochiearchief nodig is.